DIF provincie Limburg: Maïs zonder dorst
Projectomschrijving
De landbouwcijfers tonen aan dat maïs van alle landbouwteelten in Limburg het grootste areaal inneemt. Daarnaast gaat er, zeker in het noorden van onze provincie, tijdens droge periodes heel wat irrigatiewater naar deze teelt. Zorgen dat maïs minder gevoelig is voor droogte en hitte zal bijgevolg de vraag naar water tijdens deze periodes sterk doen dalen. Als landbouwer kan men hier op bedrijfsniveau al elementaire stappen in ondernemen. Het project ‘Maïs zonder dorst’ is er op gericht hen hierin te ondersteunen en informatie aan te rijken waarmee zij aan de slag kunnen.
Reeds voor de voorjaarswerkzaamheden effectief van start gaan, kan een landbouwer inspelen op de gevolgen van eventuele droogte tijdens het groeiseizoen. Alles start met een doordachte rassenkeuze waarin het opbrengstpotentieel vaak doorslaggevend is. De veredeling speelde hier mede op in door rassen op de markt te brengen die onder droge omstandigheden hogere opbrengsten zouden halen dan de gangbare rassen. Voor de landbouwers verhoogt dit niet alleen de kans op een goede opbrengst maar kan dit ook een enorme arbeidsbesparing betekenen. Of dit ook in praktijk het geval is, is nog niet altijd even duidelijk waardoor men vaak voor de traditionele rassen blijft kiezen. Met dit project trachten we hier dan ook meer duidelijkheid over te krijgen.
Naast rassenkeuze zijn er recent ook door diverse firma’s plantversterkers (granulaten, biostimulanten, (blad)meststoffen, …) op de markt gebracht, die als doel hebben de gevoeligheid voor droogtestress en hitte bij o.a. maïs te verlagen. Ook dit biedt enorme opportuniteiten om de maïs zolang mogelijk stressvrij te houden en de droogtegevoeligheid, of anders gezegd de behoefte aan water, te verlagen. Dit zou niet alleen helpen om periodes met waterschaarste zonder irrigatie te overbruggen maar zorgt er eveneens voor dat de druk op de waterkwaliteit niet toeneemt. Droogtestress heeft namelijk naast een effect op de groei en opbrengst ook een belangrijke invloed op de stikstofopname uit de bodem en zodoende de waterkwaliteit. Het gamma is echter zo groot en ook hier wenst het project de landbouwers te ondersteunen in het nemen van de juiste keuzes.
Tot slot is het niet enkel van belang om het gewas zo vlot mogelijk door droge periodes heen te loodsen. De maïs, in geval van kuilmaïs, zo kwalitatief mogelijk in de kuil krijgen is minstens even belangrijk. Droogte kan er namelijk voor zorgen dat de afrijping zeer snel gaat en dat de maïs finaal aan te hoge droge stofgehaltes ingekuild wordt. De ruwvoederproductie op melkveebedrijven vormt de basis in hun rantsoenen en vooral de kwaliteit van de ingekuilde maïs heeft een heel belangrijke rol op het financiële rendement van het bedrijf. Ook de diverse zaadhuizen zijn zich hier van bewust en zoeken naar eenvoudige en betaalbare manieren om de landbouwers te ondersteunen bij het bepalen van het juiste oogsttijdstippen. Het gebruik van apps is hierbij zeer dankbaar. Deze technologie staat echter nog in zijn kinderschoenen. Zo maken bepaalde apps gebruik van satellietbeelden en temperatuursommen die geïntegreerd worden in de berekening van de geschatte oogstdata om de landbouwer naast een actuele toestand van het gewas ook een voorspelling te geven van de afrijping op het perceel. Een opvolging van verschillende variëteiten, percelen en locaties gekoppeld aan effectieve bepalingen van droge stofgehaltes zullen meer inzicht geven in de bruikbaarheid én betrouwbaarheid van deze applicaties.
Looptijd: 1/04/2024 – 31/03/2026